Waarom je beter een halve kip kan redden dan zeven maanden niet douchen

by Klaske

Door Klaske Tiemstra

In dit artikel beschouw ik de verschillende aspecten en gevolgen van de eetgewoontes veganisme en vegetarisme, uitgebreid met mijn eigen ervaring.

 Die is deur  ’n uule uutgebroeid

Dit is wat mijn opa – Zeeuwse boer in hart en nieren – tegen me zei toen ik 6 jaar geleden tijdens kerst vertelde dat ik geen vlees meer wilde eten. Voor alle niet-Zeeuwen; mijn opa was het duidelijk niet eens met mijn beslissing.  Jaren later probeert hij nog steeds wel eens stiekem een stukje kip op mijn bord te leggen als ik even niet kijk. Zo’n soortgelijke reactie kreeg ik ook van mijn baas toen ik op mijn vijftiende in een shoarmatent ging werken; veel mensen vinden het nog steeds ondenkbaar om geen vlees te eten, met name tijdens de feestdagen.

Toch zie ik hier de laatste tijd ontwikkeling in: waar ik vijf jaar geleden nog de enige vegetariër tijdens het gourmetten was (een rol die niemand graag vervult), zie ik tegenwoordig steeds meer vegaburgers en nepworsten verschijnen. Maar wat houdt het eigenlijk in om vegetarisch of veganistisch te zijn en is het wel een goed idee?

Voor ieder wat wils

Laat ik beginnen met uitleggen wat vegetarisme en veganisme precies inhoudt, voor diegenen die onder een steen of in een shoarmatent geleefd hebt. Als je vegetarisch eet, betekent dat dat je geen vlees of dierlijk stremsel, zoals gelatine eet. Hier zijn ook nog een hoop varianten op, zoals pescotariërs, die wel vis en schaaldieren eten, en flexitariërs, die meerdere dagen per week geen vlees eten. De bekendste variant is het veganisme; als veganist eet je behalve vlees ook geen andere dierlijke producten, zoals melk en honing.

Zeven maanden niet douchen of een weekje vegetarisch?

Om positief van start te gaan zal ik eerst de voordelen noemen van vegetarisch en/of veganistisch eten. De eerste en voor de hand liggende reden is dat het beter is voor de dieren. Per jaar eet de gemiddelde Nederlander 38 kilo vlees, wat gelijk staat aan meer dan dertig kippen per jaar. Bereken zelf maar hoeveel kippenlevens je dus kunt redden door permanent te stoppen met vlees eten.
Onderschat wordt vaak de enorme invloed die de vleesindustrie heeft op het milieu: één koe produceert net zoveel CO2 als 4,5 auto’s en moet daarnaast ook heel veel eten en drinken; één week vlees eten kost evenveel water als zeven maanden douchen.
Tenslotte verkleint een vegetarisch of veganistisch dieet de kans op bepaalde ziektes. Vegetariërs hebben gemiddeld 32% minder kans op hartaanvallen, omdat ze minder cholesterol binnenkrijgen.

Als veganist in een vleesetende wereld

Dit klinkt natuurlijk wel heel positief, maar ook het leven van een vegetariër/veganist gaat niet alleen maar over bomen knuffelen en zeehondjes redden. Ten eerste is de keuze in restaurants en cafés een stuk beperkter. Veel restaurants hebben wel vegetarische opties, maar zeker als veganist moet je soms gegeneerd een terrasje verlaten na het zien van het menu. Ook kan vegetarisch of veganistisch eten prijziger zijn dan regulier voedsel.

Een vega-dieet hoeft ook niet direct een gezond dieet te betekenen. Wanneer je je broodje hamburger vervangt door een broodje met een veganistische hamburger ben je natuurlijk niet veel opgeschoten. Daarnaast moet je zeker als veganist  oppassen geen voedingsstoffen tekort te komen. Met name eiwitten en vitamine B-12 neem je voornamelijk op uit dierlijke producten, deze moeten dan ook vaak aangevuld worden door middel van voedingssupplementen.

Mijn onmenselijke verlangen naar een eitje

Na al deze informatie te hebben verzameld wilde ik zelf eens meemaken hoe het nou echt is om veganistisch te eten en of alle beweringen erover waar zijn. Hiervoor heb ik onder begeleiding van een diëtiste één maand lang veganistisch geleefd en bijgehouden hoe dat mij mentaal en fysiek afging.

Al gauw merkte ik dat het behoorlijk zwaar is om de niet-veganistische verleidingen te weerstaan, vooral de eerste dagen. Om aan dezelfde voedingsstoffen te komen, moet je veel grotere hoeveelheden voedsel innemen; mijn schooltas was elke dag voor 75 procent gevuld met eten,helaas had ik als 16-jarige scholiere de tijd en het geld niet om elke dag zo’n grote hoeveelheid gezond voedsel klaar te maken. De gezonde maar tijdrovende couscoussalades en rodekool smoothies werden al gauw ingeruild voor speculooskoekjes en Oreo’s (beiden veganistisch!).

Niemand zal er dan ook van schrikken dat mijn vetpercentage na deze maand een paar procent was gestegen. Hiermee probeer ik te laten zien dat veganistisch eten niet per se gezond eten is. Gelukkig had ik vanaf de negende dag steeds minder last van mijn onmenselijke honger en verlangen naar een gebakken eitje: mijn lichaam begon te wennen aan mijn nieuwe voedingspatroon en gelukkig kwamen de havermout-banaanpannenkoeken en andere veganistische maaltijden steeds meer in mijn routine. Ik heb nieuwe dingen leren eten en veel van deze gerechten eet ik nog steeds regelmatig.

Te veel toewijding

Natuurlijk is dit maar één verhaal en zal het veganistische leventje iedereen anders afgaan. De resultaten van de diëtisten wezen, naast de toename van mijn vetpercentage, niet op een duidelijke voor- of achteruitgang van mijn gezondheid, waarschijnlijk omdat de proefperiode te kort duurde. Het belangrijkste wat ik ervan geleerd heb is dat veganisme toewijding kost, misschien wat te veel toewijding voor iemand die moet leven van een horecabaantje en elke dag achter de schoolbanken zit.

Sta open voor iets nieuws

Mijn kleine onderzoekje heeft misschien geen grandioos wetenschappelijk resultaat opgeleverd, maar toch heb ik er zelf veel van geleerd, wat eetgewoontes aangepast en wat nieuwe, veganistische vrienden. Ik kan iedereen dan ook aanraden om een keertje vegetarisch of zelfs veganistisch te eten. Al doe je het maar een weekje om indruk te maken op die ene “flexitarische” collega, je bespaart er nog steeds 10332 liter water, 12180 gram CO2 en een dikke halve kip mee.
Tenslotte wil ik wel benadrukken dat iedereen voor zichzelf moet beslissen hoe en wat hij wil eten; als je een biefstukje wil eten omdat je er gewoon héél véél zin in hebt, is er niet één radicaal-veganist die jou zou mogen stoppen. Het enige dat ik je kan meegeven is om open te staan voor andere eetgewoontes en soms eens iets nieuws te proberen, uiteindelijk heeft zelfs mijn opa toegegeven dat de vegetarische hamburger misschien wel bijna net zo lekker was als een echte.

(Met speciale dank aan Monique Kuipers, Frederieke Schouten, dr. M.J.J. van den Hurk en Rosanne Kropman)

Bronnen:

Misschien ook iets voor jou?

2 comments

Brigitte 7 februari 2019 - 19:30

Wat een prachtig artikel, Klaske! Chapeau!

Reply
Daisy De Vos Burchart 25 februari 2019 - 16:45

Mooi geschreven! Hier probeer ik af en toe geen vlees te eten.

Helemaal overgaan lukt me nog niet, maar probeer wel mijn steentje bij te dragen 🙂

Reply

Geef een reactie